Verzorging Californische koningsslang

  • 1. Algemeen

    Wetenschappelijke naam Lampropeltis getulus californiae
    Grootte Tot 1 meter
    Terrarium 100x40x50 cm of groter
    Herkomst Westelijk VS
    Biotoop Halfwoestijn
    Lampen Geen UV noodzakelijk
    Temperatuur 25 tot 30 graden
    Voeding Knaagdieren
    Voortplanting Eierleggend
    Leeftijd Tot 20 jaar
  • 2. Wetgeving

    Sinds 2022 staan alle Lampropeltis getulus soorten op de unielijst van invasieve exoten in de EU en deze soort mag desgevolgd niet meer gehouden worden in de EU.

    Wie de soort al in bezit had voor dit van kracht werd mag de dieren houden tot ze overlijden. 
    Deze soort mag niet meer verhandeld worden en de kweek van deze soort is ook niet meer toegestaan. 

    Klik hier voor meer informatie over deze wetgeving


  • 3. Uiterlijk

    Een sierlijke, slank gebouwde wurgslang die maximaal 90 tot 120 centimeter wordt.
    De grondkleur is overwegend zwart of diep chocoladebruin. De dieren kunnen een patroon hebben in wit of geel, dit patroon kan bestaan uit lengtestrepen of dwarsbanden over het
    lichaam, een combinatie van beiden is ook mogelijk.
    De buik is over het algemeen geblokt in dezelfde kleuren als de slang
    De schubben zijn ongekield.

    Slangen blijven hun hele leven doorgroeien, jonge slangen groeien harder dan volwassen
    dieren. Jonge slangen vervellen ongeveer een keer per 2 maanden, volwassen slangen soms maar 1 of 2 keer per jaar.
    Bij een goede verzorging kunnen de dieren rond de 20 jaar oud worden.
    De Californische koningsslang is waarschijnlijk een van de meest gehouden slangen in
    gevangenschap en verdient met recht het predikaat ”beginnerslang”, dit betekend overigens niet dat dit dier alleen door beginnende hobbyisten gehouden wordt, veel ervaren slangenhouders hebben dit dier ook in hun collectie.

  • 4. Verspreidingsgebied

    De Californische koningsslang komt voor in het zuidwesten van de Verenigde Staten.
    Voornamelijk in de staten Californie, Oregon, Nevada, Arizona en Utah tot aan Baja California (Mexico)
    De koningsslang komt voor in een heel divers gebied, van woestijnen tot dennenbossen,
    rivierbeddingen, wegbermen enzovoort. Vaak is de slang ook te vinden in de buurt van
    menselijke bewoning, daar jaagt hij op knaagdieren die op het afval afkomen.
    De Californische koningsslang is een bodembewoner, de slang kan echter ook goed klimmen,mocht dat nodig zijn. De slangen kunnen goed zwemmen, maar doen dat over het algemeen niet vrijwillig.

  • 5. Huisvesting gevangenschap

    Voor een paartje volwassen Koningsslangen is een terrarium van ongeveer 100 X 40 X 50
    cm voldoende, groter mag natuurlijk ook. Zorg ervoor dat het terrarium ontsnappingsvrij is,
    koningsslangen zijn ware ontsnappingskunstenaars. Een terrarium met schuifruiten en een vitrineslotje is aan te raden.

    Kannibalisme is geen onbekend verschijnsel bij koningsslangen. De dieren kunnen bij elkaar gehouden worden, maar beter is het om ieder dier individueel te huisvesten om ongelukken te voorkomen.

    Geef de slangen in de zomermaanden 12 tot 14 uur licht per dag, UV verlichting is niet noodzakelijk, maar kan geen kwaad en geeft wel een mooi beeld in het terrarium.
    De temperatuur in het terrarium moet rond de 25 graden Celsius liggen, met een warmteplek onder de lamp die ongeveer 35 graden word.
    Probeer er voor te zorgen dat een gedeelte van het terrarium wat warmer is, zodat de dieren zelf hun optimale temperatuur kunnen kiezen.

    (In de winter moet de verlichting en de temperatuur geminderd worden, daarover later meer).

  • 6. Inrichting terrarium

    Het bodemmateriaal in het terrarium kan bestaan uit beukensnippers, bark, turf, cocospeat,een mengsel van tuinaarde en zand en andere natuurlijke materialen.
    In het terrarium moeten er ook enkele grote stenen liggen, in ieder geval een onder de lamp, waar de dieren zich op kunnen warmen. De stenen worden door de dieren ook gebruikt als beginpunt om de vervelling te bespoedigen.
    Een grote klimtak mag ook niet ontbreken in het terrarium. Hoewel deze dieren voornamelijk op de grond leven kunnen ze uitstekend klimmen en zullen dat ook doen als ze die kans gegeven wordt.
    Let erop dat alles goed stevig vastzit, de slangen willen nog wel eens losse takken of stenen verplaatsen, deze kunnen de bak beschadigen.
    Ook een waterbak moet aanwezig zijn. Deze bak moet zo groot zijn dat 1 slang er opgerold in kan liggen. Het water moet om de dag ververst worden, Californische koningsslangen drinken regelmatig.

    Een schuilplaats mag niet ontbreken, deze kan bestaan uit stukken kurkschors of of een stapel vastgezette stenen waar het dier onder kan liggen. Of speciale kunststof grotjes die bij terrariumspeciaalzaken te koop zijn.
    Een slang die de beschikking heeft over een schuilplaats voelt zich een stuk beter op zijn
    gemak
    De bak kan verder nog aantrekkelijker gemaakt worden met enige planten. Kies hiervoor
    kunstplanten, deze zijn makkelijker te bevestigen, en de dieren zullen tijdens hun ronde door het terrarium levende planten gauw ontwortelen.

  • 7. Hanteren

    Koningsslangen bijten zelden en kunnen met de blote hand gepakt worden. Let er wel op dat de slang na het voeren 2 à 3 dagen met rust gelaten wordt, zeker jong slangen willen hun voedsel anders nog wel eens uitbraken.
    Als een koningsslang bijt, houd de slang meestal even beet, als een soort van “mini-pittbul”. De beet is niet pijnlijk en het beste is om rustig te wachten tot de slang vanzelf loslaat, dit gebeurt meestal na een minuutje. Een beet resulteert dit meestal in een wondje vergelijkbaar met een schaafwond, deze hoeft vaak alleen maar ontsmet te worden.

    Koningsslangen hebben de nare gewoonte om, in stresssituaties,
    (zoals het in bedwang houden om medicatie te geven bijvoorbeeld), hun “muskusklier” te legen, deze scheidt een stinkende vloeistof af die de belager op andere ideeën moet brengen.

    Laat de dieren nooit zonder toezicht los over de vloer kruipen.
    Slangen kunnen zich door de nauwste gaatjes wringen en voor u het weet zijn ze verdwenen onder de vloer met alle gevolgen van dien.
    Een ontsnapping van een slang, hoe ongevaarlijk ook, is nooit goed te praten en meer dan eens haalt een ontsnapte slang het nieuws na weer gevonden te zijn.

    Daarbij is het voor een slang ook ongezond om over de vloer van een kamer te kruipen.
    Het temperatuursverschil is erg groot en tocht het over de vloer altijd een beetje. Van 25 tot 30 graden in het terrarium, naar een gemiddelde van 20 gaden of lager in een huiskamer. Dit kan resulteren in verkoudheid en longontsteking.

  • 8. Voeding

    Alle slangen zijn carnivoor. Het voedsel van koningsslangen bestaat in het wild uit slangen (ook gifslangen!) hagedissen amfibieën, knaagdieren en kleine vogels.
    De prooi wordt gegrepen met de bek en gedood door verwurging.

    In gevangenschap kunnen Californische koningsslangen hun gehele leven op een dieet van muizen leven.
    Let erop dat de dieren apart gevoerd worden als u meer dan 1 slang heeft.
    De slangen willen zich nog wel eens vergissen en hun maatje opeten!
    Als er geen voedsel in het spel is laten de dieren elkaar over het algemeen gewoon met rust.
    Jonge dieren (tot 1 jaar oud) kunnen het beste om de 5 dagen een prooidier aangeboden
    krijgen. Volwassen dieren om de 7 à 10 dagen.
    Als een slang niet direct wil eten probeer het dan na een aantal dagen nog eens, slangen
    kunnen een behoorlijke tijd zonder voedsel. Let wel op dat als de slang TE lang niet eet
    (ongeveer 3 tot 4 weken), daar wel degelijk gezondheidsproblemen uit voort kunnen komen.
    Het aangeboden prooidier mag in de regel niet groter zijn dan de diameter van het
    slangenlichaam op het dikste punt.
    (Voor hele jonge slangen gaat dit niet op, zij mogen iets grotere prooien hebben.)
    Slangen hoeven niet bijgevoerd te worden met vitamines en calcium, in goede voedseldieren zit alles wat een slang nodig heeft.
    De prooi kan het beste 2 uur voordat de lichten uitgaan gegeven worden, de slang heeft daarna even rust en kan de volgende dag beginnen met het verteren van de prooi.

  • 9. Winterrust

    Het leefgebied van de Californische koningsslang is onderhevig aan seizoenswisselingen, de dieren maken ieder jaar een winter mee. Deze winters zijn milder dan de winters hier.
    Voor de gezondheid van de slang is het van belang dat het dier in winterslaap gaat. Vaak
    willen de slangen tijdens de wintermaanden slecht eten, en als de temperatuur hoog blijft
    verlopen de lichaamsprocessen gewoon door, de slang zal vermageren omdat het dier meer energie verbruikt dan dat het via de voeding binnenkrijgt.
    (Overigens is het correcter te spreken over “winterrust” daar de dieren niet echt slapen,
    maar meer in een semi-verstarde toestand zijn, de lichaamsprocessen verlopen traag, maar het dier is wel bij kennis)

    De Californische koningsslang kan in de wintermaanden gehouden worden op een
    temperatuur van ongeveer 12 tot 15 graden Celsius Bij deze temperatuur word het voedsel van de slang niet meer verteerd, zorg ervoor dat er geen voedsel of ontlasting meer aanwezig is in het spijsverteringsstelsel van de slang.
    Dit kan gedaan worden door een maand voor het afkoelen van de slang geen voedsel meer aan te bieden. Het dier zal nog een aantal malen ontlasting hebben en is daarna “leeg”. Als u het idee heeft dat er nog ontlasting in het dier zit kunt u het een uurtje baden in handwarm (25 graden Celsius) water, let erop dat het water niet afkoelt anders kan het temperatuursverschil resulteren in luchtweg aandoeningen. Zorg ervoor dat het niet te diep is, ongeveer 4 tot 5 centimeter is genoeg. De slang hoeft geen uur te zwemmen!

    Als de slang helemaal leeg is kan de brandduur van de verlichting verkort worden, Gedurende 4 weken laat u het licht steeds korter branden, tot na een maand de verlichting volledig uitgeschakeld is. Het beste tijdstip om hiermee te beginnen is November zodat in December de eigenlijke winterslaap kan beginnen.
    De slang kan dan bij een graad of 15 weggezet worden, het liefst op een donkere plek zoals een kelder of zolder. Zorg ervoor dat u van tevoren weet hoe warm of koud het op die plek word, controleer dagelijks de temperatuur.
    Zorg ervoor dat er een schuilplaats en vers water voor het dier aanwezig zijn.

    Na 2 maanden (eind Februari) kan het licht weer aan en kan de brandduur van de lampen weer verlengd worden op dezelfde wijze zoals in November.
    Als de lampen weer volledig branden kan de slang weer gevoerd worden.
    Dieren jonger dan 2 jaar en dieren die niet helemaal op conditie zijn kunnen het beste
    gewoon op normale temperaturen gehouden worden gedurende de wintermaanden, deze
    kunnen gewoon doorgevoerd worden.
    In het wild gaan deze dieren wel in winterrust, maar een groot percentage jonge en
    verzwakte dieren overleeft dat niet.

  • 10. Voortplanting

    De winterslaap is ook van belang om de voortplanting van de slangen te stimuleren (uiteraard gaat dit alleen op als u een paartje heeft) Tijdens de winterperiode word bij het mannetje sperma aangemaakt en beginnen bij het vrouwtje de eieren te rijpen.

    Sinds 2022 is het verbodenin de EU om met koningsslangen te kweken.
    De tekst van deze caresheet is niet veranderd om het verhaal zo compleet mogelijk te houden, maar wij raden het met klem af om met deze soort te kweken. 

    Mocht u onverhoopt toch eitjes hebben is het het beste om deze te vernietigen.

    Als u wilt kweken is het verstandig om na de winterslaap de dieren apart te huisvesten. Het vrouwtje mag dan goed gevoerd worden, dit heeft ze nodig voor de aanmaak van de eieren, het mannetje zal waarschijnlijk weinig tot niets eten tot de paartijd over is.
    Na een week of 3 kunnen de dieren bij elkaar gezet worden en in de lentemaanden zullen de dieren een aantal malen paren. Mannelijke koningsslangen kunnen de vrouwtjes bij de paring in de nek bijten om deze in bedwang te houden.

    Ongeveer 40 tot 60 dagen na de paring legt het vrouwtje haar eieren.
    Voor haar eieren zoekt ze een warme vochtige plaats op, zorg ervoor dat deze beschikbaar is in het terrarium, anders kan ze haar eieren niet kwijt, wat kan resulteren in legnood, met alle gevolgen van dien.
    Deze plaats kunt u de slang geven door een plastic bakje (met deksel), met een gat erin voor de toegang, in het terrarium te plaatsen. Hierin kan vochtig zaagsel, turf, vermiculiet of keukenpapier worden gelegd.
    Als de eieren gelegd zijn moeten ze onmiddellijk in een broedstoof geplaatst worden, hierin moet de temperatuur tussen de 25 en 29 graden zijn, en de relatieve luchtvochtigheid ongeveer 100%.
    Reptieleneieren hebben geen hagelsnoeren. Zorg ervoor dat de eieren in dezelfde positie
    blijven liggen zoals ze gelegd zijn, anders sterft het embryo af.

    Na ongeveer 50 dagen komen de kleine slangen uit het ei, na ongeveer een week vervellen zij en kunnen ze hun eerste voedsel krijgen.
    Jonge, pasgeboren, slangen kunnen het beste hun eerste jaar individueel gehouden worden.
    Op deze manier ondervindt het dier minder stress en zal het beter eten.
    Ook kan het helpen om de slang in een klein verblijf te houden, op deze manier voelt het
    diertje zich wat zekerder. Zorg ervoor dat schuilplaatsen en een waterbak niet ontbreken.
    Uiteraard kunnen jonge slangen beter zo min mogelijk gehanteerd worden tot ze een lengte van ongeveer 50 CM hebben bereikt.

  • 11. Kleurslagen

    Er bestaan verschillende soorten van de koningsslang die allemaal nauw verwant zijn aan de Californische koningsslang.

    Lampropeltis californiae, de Californische koningsslang.
    Lampropeltis getula brooksi, Brooks’ koningsslang
    Lampropeltis getula floridana, de Florida koningsslang.
    Lampropeltis getula getula, de oostelijke koningsslang of kettingslang.
    Lampropeltis getula meansi, de Apalachicola koningsslang.
    Lampropeltis getula nigrita, de zwarte koningsslang.
    Lampropeltis holbrooki, de gespikkelde koningsslang.
    Lampropeltis nigra, de woestijn koningsslang.
    Lampropeltis splendida, eveneens woestijn koningsslang genoemd.

    De hierboven genoemde soorten zijn min of meer “erkend”, al blijven de wetenschappelijke namen over het algemeen wel onderhevig aan veranderingen.
    Het is voor de wat meer ervaren hobbyist normaal gebruik om de wetenschappelijke namen voor de slangen te gebruiken. Dit vooral om verwarring te voorkomen. Zoals u heeft kunnen zien heten zowel de Lampropeltis nigra en de Lampropeltis splendida in het Nederlands “woestijn koningsslang”.

    Een tiental jaren terug kwamen de eerste albino dieren uit sommige bloedlijnen tevoorschijn.
    Tegenwoordig zijn er verschillende albino varianten te verkrijgen, en jaarlijks komen er een
    aantal nieuwe bij.
    Het gaat een beetje te ver om deze hier allemaal te beschrijven, maar er komen ontzettend aantrekkelijke kleuren voor, variërend van geheel wit tot banaangeel of lavendelpaars met uiteenlopende strepen, vlekken en dwarsbanden.
    Uiteraard liggen de prijzen voor deze kleurvormen vaak wat hoger.

    Een schrikbarende ontwikkeling van de laatste jaren is het fokken van hybriden. Sommige
    wetenschappers kweken hybride slangen om familieverbanden aan te tonen binnen de
    verschillende soorten slangen.
    Een aantal hobbyisten is nu onder andere de Californische koningsslang aan het kruisen met verschillende soorten melkslangen (Lampropeltis triangulum) en rattenslangen
    (geslacht Pantherophis)

    De Californische koningsslang moet niet gekruist worden met andere soorten.
    Deze dieren planten zich in de natuur niet met elkaar voort, alleen onder gecontroleerde
    omstandigheden kan dit tot stand gebracht worden.
    (Sterker nog, in het wild zou de koningsslang de rattenslang misschien opeten!)
    Het spreekt voor zich dat het kruisen van verschillende soorten niet goed is, op deze manier gaat er waardevol genetisch materiaal verloren. Het gevaar bestaat dan dat er in de toekomst geen “pure” dieren meer te krijgen zijn en dat de “soort” dus uitgestorven is.
    Zorg ervoor dat u zeker weet dat u 2 dieren van dezelfde soort of ondersoort heeft als u er mee wilt kweken.

  • 12. Ziektes

    Uiteraard kan uw nieuwe koningsslang ook ziek worden, net als ieder ander dier.

    Aanwijzingen voor mogelijke ziekten kunnen zijn:

    Lusteloos gedrag, slechte eetlust en weinig bewegen (bij een normaliter actief dier).

    Moeilijk ademen, met de bek open ademhalen, dit kan wijzen op luchtweginfecties.

    Braken of regurgiteren (opgeven) van voedsel.


    Afwijkende ontlasting, diarree, abnormaal ruikende ontlasting, of helemaal geen ontlasting.

    Deze symptomen kunnen wijzen op een besmetting met darmparasieten of een bacteriële infectie.

    Kleine rode of zwarte spinachtige beestjes die over uw slang lopen. Dit zijn mijten, deze diertjes voeden zich met het bloed van uw slang en deze moeten zo snel mogelijk bestreden worden.

    Ziektes kunnen zich ook op andere manieren manifesteren. Als uw rattenslang ander gedrag vertoont dan wat hierboven beschreven is, laat het ons even weten, wij kunnen u misschien verder helpen en u eventueel doorverwijzen naar een dierenarts.

    © Casavipera2022