Verzorging Steppevaraan

  • 1. Algemeen

    Wetenschappelijke naam Varanus exanthematicus
    Grootte Tot 120 cm
    Terrarium 250x100x80 cm of groter
    Herkomst Midden Afrika
    Biotoop Savanne
    Lampen UV noodzakelijk
    Temperatuur 25 tot 35 graden
    Voeding Insecten, gewervelden
    Voortplanting Eierleggend
    Leeftijd Tot 20 jaar
  • 2. Wetgeving

    De steppevaraan is opgenomen in de CITES appendix II
    De dieren mogen dus in beperkte mate geëxporteerd worden uit hun natuurlijke leefgebied. Wildgevangen steppevaranen zijn geen zeldzaamheid. Jonge dieren worden nog steeds in grote hoeveelheden uitgevoerd uit onder andere Ghana en Togo.

    Er is geen vergunning nodig om een steppevaraan te houden of te verkopen.
    Om de dieren in gevangenschap te mogen houden moet men wel in het bezit zijn van een verklaring van herkomst. Na aanschaf van een steppevaraan moet de overdrachtsverklaring van de kweker, of het bonnetje van de winkel waar het dier gekocht is, bewaard worden als bewijs van legale aankoop.

  • 3. Uiterlijk

    Een massieve hagedis met enorm goed ontwikkelde poten en dikke staart.
    De kop is vrij breed en afgeplat, de neusgaten bevinden zich niet op de punt van de snuit, maar vrij ver bovenop de kop dicht bij de ogen.
    De hals is relatief kort en bezet met iets vergrote benige schubben die het dier in de halsregio een knobbelig uiterlijk geven.
    De diep gevorkte tong is opvallend blauw van kleur, deze word, net als bij slangen, gebruikt om geur op te nemen.
    Volwassen dieren hebben vrij stompe tanden en zeer zware gespierde kaken waarmee ze de huizen van reuzenslakken kraken.

    De lichaamskleur is overwegend lichtgrijs tot bruin, met op de rug enkele donker omrande gele vlekken. Achter het oog hebben de dieren een donkere streep over de kop lopen en de staart is afwisselend bruin-geel gebandeerd.
    Naarmate de dieren ouder worden vervagen de vlekken op de rug en bandering op de staart en worden de dieren meer uniform grijsbruin van kleur

    Volwassen steppevaranen worden gemiddeld tussen de 80 en 100 Centimeter, sommige erg forse dieren worden zelfs langer dan 120 Centimeter.
    Ongeveer de helft van de lichaamslengte bestaat uit staart, voor een varaan is de staart in relatie tot het lichaam erg kort en dik.
    Aan de bovenzijde van de staart bevindt zich een richel met vergrote stekelige schubben.


    De dieren kunnen in gevangenschap na 3 tot 4 jaar volgroeid zijn en kunnen bij een goede verzorging ouder worden dan 15 jaar.
    Volwassen mannelijke dieren zijn over het algemeen van vrouwen te onderscheiden door hun iets bredere kop en verdikte staartbasis.
    De dieren vervellen hun huid in stukken, en niet in een geheel zoals bij slangen.

    Steppevaranen behoren samen met onder andere de nijlvaraan en de witkeelvaraan tot het subgenus Polydaedalus.
    De dieren worden regelmatig verward met de witkeelvaraan. Deze komt iets zuidelijker voor en wordt met 2 meter lichaamslengte een stuk forser.

  • 4. Verspreidingsgebied

    De steppevaraan bewoont de droge graslanden en savannes van sub-sahara Afrika, grofweg komen de dieren voor van Senegal, Gambia en Togo tot aan Soedan.
    Overdag zijn de dieren actief op zoek naar voedsel, zowel op de grond als in lage bossages. Steppevaranen kunnen verrassend goed klimmen.
    De dieren verschuilen zich op het heetst van de dag en in de nacht in zelfgegraven holen, opengebroken termietenhopen, of verlaten holen van knaagdieren.
    Steppevaranen komen meestal in de buurt van water voor. Ondanks dat het leefgebied van de varaan vrij droog is, zijn de dieren wel erg afhankelijk van vocht.
    Steppevaranen kunnen goed zwemmen, en brengen soms enige tijd in ondiep water door om aan de hitte van de zon te ontsnappen.
    In de holen waar ze zich ‘s nachts ophouden heerst een hoge relatieve luchtvochtigheid.

  • 5. Huisvesting gevangenschap

    Steppevaranen kunnen het beste alleen gehouden worden. Het zijn solitaire dieren die elkaar over het algemeen slecht verdragen.
    Als u besluit om toch meerdere steppevaranen bij elkaar te houden raden wij aan om twee vrouwtjes te houden.
    Twee mannen gaan onherroepelijk vechten om hun territorium te verdedigen, ook als het bijvoorbeeld nestgenoten van elkaar zijn.
    Het paarsgewijs houden van steppevaranen voor bijvoorbeeld de kweek is mogelijk, maar er moet wel uitgekeken worden dat de man niet te dominant is naar het vrouwtje toe en beide dieren voldoende tijd en rust krijgen om te eten en zich aan elkaar te onttrekken.

    Als u met steppevaranen wil kweken is het verstandig om de dieren kort bij elkaar te huisvesten en daarna weer te scheiden.

    Voor een een enkele volwassen steppevaraan is een terrarium van minimaal 250 X 100 X 80 Centimeter of groter nodig.
    Terraria van dergelijk formaat kunnen het beste geconstrueerd worden van waterbestendig hout zoals betonplex of berkenplex.
    Groter is altijd beter, zeker als er meer dan twee dieren gehouden worden. Houd als stelregel aan dat een terrarium ongeveer 50% meer vloeroppervlak nodig heeft per extra dier.
    Terraria van dergelijke formaten zijn over het algemeen niet zo te verkrijgen en kunnen het beste op maat gemaakt worden.


    Geef steppevaranen 12 tot 14 uur licht en warmte per dag. Zorg ervoor dat de dieren ook worden blootgesteld aan UVB straling.
    Deze UVB verlichting kan bestaan uit speciaal hiervoor ontwikkelde spots, zoals bijvoorbeeld de kwikdamplampen of HID lampen van Reptech en Solar Raptor of speciale TL buizen van Exo Terra, Arcadia of andere speciale terrariummerken.
    De intensiteit en wattage van de lampen die gebruikt moeten worden hangt vooral af van de hoogte van het terrarium.
    De gemiddelde temperatuur in het terrarium moet overdag tussen de 25 en 35 graden Celsius zijn. ‘S nachts mag de temperatuur niet veel onder de 20 graden dalen.

    Zorg voor een zonplek waar de steppenvaraan zich kan opwarmen en UVB op kan doen (bij meerdere dieren liefst 2 zonplaatsen).
    Deze warme plek mag onder de lamp wel 40 tot 50 graden Celsius zijn.
    De zonplek moet aan 1 kant van de bak gemaakt worden, dit om een temperatuur gradatie te verkrijgen, zo kan de varaan zelf kiezen op welke plek hij gaat liggen.
    Om een optimale zonplek te maken voor grote dieren als steppevaranen is het verstandig om meerdere lampen van een wat lager wattage te gebruiken zodat het dier met het gehele lichaam hier onder kan liggen. Een enkele warmte en UV lamp van een hoog wattage kan al gauw brandwonden veroorzaken bij de dieren.

    Als de temperatuur in de rest van het terrarium met deze lampen niet hoog genoeg oploopt, of als de temperatuur ‘s nachts te laag blijft kan het beste gebruik gemaakt worden van warmtematten of keramische lampen.
    Breng warmtematten buiten het verblijf aan, en zorg er voor dat keramische lampen afgeschermd zijn zodat de dieren zich hier niet aan kunnen branden.
    Gebruik altijd een thermostaat bij dergelijke verwarmingsmethoden, om oververhitting te voorkomen.

    Hou ten allen tijde rekening met oververhitting. Met een temperatuur van 50 graden Celsius onder de lamp bestaat de kans dat kleinere terraria snel te heet worden, houd met meerdere thermometers de temperatuur van het verblijf goed in de gaten.


    Een waterbak mag ook absoluut niet ontbreken. Zorg voor een waterbak waar het dier zelf met het gehele lichaam in kan liggen. Steppevaranen baden graag, en ontlasten zich vaak in het water, zorg er dus voor dat de waterbak ook makkelijk te verschonen is.

    Iedere dag mag de bak gesproeid worden, ook de dieren zelf mogen besproeid worden. Zorg voor voldoende ventilatie in het terrarium, zodat, na het sproeien, het terrarium in de loop van de dag weer opdroogt. Een hoge luchtvochtigheid is goed voor de dieren, maar een te veel aan vocht kan gezondheidsproblemen opleveren en het komt de hygiëne niet ten goede.


    Het substraat (bodembedekking) voor steppevaranen kan het beste bestaan uit tuinturf, cocopeat, of potgrond gemengd met metselzand. De bodembedekking moet voor een volwassen dier ongeveer 30 tot 50 centimeter diep zijn, zodat het dier een leefhol kan graven in het bodemmateriaal.
    Het is raadzaam om vezelachtig materiaal aan de bodembedekking toe te voegen, zoals hooi of stro, om op deze manier er voor te zorgen dat een gegraven hol niet meteen instort.
    Hou de bodem licht vochtig zodat onderin het terrarium, waar het dier een leefhol uitgraaft de luchtvochtigheid hoog blijft.
    Stro of hooi kan door vocht wat gaan schimmelen, dit is een natuurlijk afbraakproces en kan voor de steppevaraan geen kwaad.
    Als het niet mogelijk is om een dergelijke diep bodem in het terrarium te maken is het wijs om in het verblijf een cementkuip of iets dergelijks gevuld met aarde te plaatsen zodat de varaan daar een hol in uit kan graven.

    In het terrarium moeten een aantal grote platte stenen aanwezig zijn, in ieder geval onder de lampen die voor de warmte en UVB moeten zorgen.
    Grote takken en stukken kurk kunnen het geheel ook verder aankleden.
    Probeer in de bak een aantal verstopplaatsen of barrières te creëren met boomstammen of stukken kurkschors die het dier de mogelijkheid geven even uit het zicht te zitten, dit voorkomt stress en is beter voor de gezondheid van uw steppevaraan.


    Planten, zowel echte als kunstplanten, kunnen in het terrarium aangebracht worden.
    Houd er echter rekening mee dat levende planten het gegraaf van een varaan niet lang zullen overleven en kunstplanten het ook vaak moeten ontgelden in een terrarium met steppevaranen.

    Zet alle inrichtingsmaterialen goed vast!
    Zorg ervoor dat ze niet onder stenen of takken kunnen graven waardoor deze gaan verzakken of vallen met alle gevolgen van dien.
    Steppevaranen zijn enorm sterk. Bij hun dagelijks zoektocht naar voedsel en het graven van holen gaat het er soms ruig aan toe en zware stenen en blokken hout worden zonder moeite door het hele terrarium gegooid.

  • 6. Hanteren

    Het hanteren van steppevaranen kan soms nogal een klus zijn.
    Grotere, volwassen dieren worden soms na verloop van tijd bijna “tam” en wennen aan hun verzorger. Deze dieren kunnen vaak zonder moeite opgepakt worden, maar zijn over het algemeen een uitzondering op de regel.
    De meeste steppevaranen vinden het absoluut niet prettig om gehanteerd te worden. Als dit onverhoopt toch noodzakelijk is zullen er wat maatregelen genomen moeten worden om te voorkomen dat de varaan, of de verzorger, gewond raakt.

    Steppevaranen hebben een behoorlijk gebit en enorm sterke kaken, een beet kan aanzienlijke schade opleveren aan handen of vingers.
    Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat varanen giftig zijn, de dieren hebben een functionele gifklier in de onderkaak, een beet van een varaan kan dus behoorlijke gevolgen voor de gezondheid hebben.

    Hanteer steppevaranen altijd met behulp van stevige handschoenen.
    Zware leren handschoenen speciaal voor het hanteren van potentieel gevaarlijke dieren zorgen ervoor dat de schade van een beet beperkt blijft tot hooguit een blauwe plek of een pijnlijke vinger door de druk van de kaken van het dier.

    Daarnaast hebben de dieren scherpe nagels waar ze u (per ongeluk) mee kunnen krabben. Knip de nagels van uw steppevaraan niet! Als de varaan genoeg mogelijkheden heeft om te klimmen of te graven slijten deze vanzelf.

    Varanen maken ook gebruik van hun staart als ze zich bedreigd voelen. De dieren kunnen behoorlijk uithalen met hun staart, en de richel van vergrote schubben aan de bovenkant kan behoorlijke striemen veroorzaken.
    De staart van een steppevaraan kan niet zo makkelijk afbreken als die van sommige andere hagedissen, maar het kan wel, in uitzonderlijke gevallen. Een eenmaal afgebroken staart groeit bij steppevaranen ook niet meer aan.
    Als u uw steppevaraan moet hanteren, ondersteun het dier dan zoveel mogelijk met uw handen.Til een steppevaraan nooit aan de nek, poten of staart op!
    Hou met 1 hand het dier in bedwang achter de kop en til met de andere hand het dier onder de buik op om het te verplaatsen.

    Het spreekt voor zich dat jonge steppevaranen minder vaak gehanteerd kunnen worden dan volwassen varanen. Haal volwassen dieren ook niet te vaak uit hun bak.
    Hoewel sommige varanen soms om aandacht lijken vragen is het niet best voor de gezondheid van uw hagedis om constante temperatuurswisselingen te ondergaan.
    (Van ongeveer 40 graden Celsius in het terrarium naar 20 graden Celsius in uw huiskamer is een flink verschil!)
    Deze temperatuurswisselingen kunnen onder andere in longontsteking resulteren.
    Laat uw steppevaraan nooit los door uw huis lopen, op de vloer van een kamer tocht het altijd een klein beetje, dit kan ook zorgen voor gezondheidsproblemen.
    Contact met andere huisdieren zoals honden of katten is helemaal uit den boze.

    Varanen zijn intelligente dieren en om verveling bij de dieren te voorkomen is het aan de eigenaar om de dieren in gevangenschap te voorzien van zo veel mogelijk mentale stimulatie.
    Naast het diepe bodemmateriaal om in te graven, en afwisselend inrichtingsmateriaal om te onderzoeken, is het heel goed mogelijk om met steppevaranen “spelletjes” te spelen om voedsel te vinden, en op die manier de varaan actief en mentaal gezond te houden.
    Simpele dingen als het verstoppen van de voeding in kartonnen dozen, of plastic kokers waar de dieren het zelf uit moeten halen zorgen er voor dat de dieren zich wat minder vervelen.
    Regelmatig materiaal in het verblijf introduceren wat de dieren niet kennen, zoals bodemmateriaal van andere dieren, stukken hout of steen van buiten met nieuwe geurtjes of aparte bakken met nieuw bodemmateriaal om in te graven zorgen voor en uitdagende omgeving.
    Met wat fantasie en creativiteit zijn er zelf nog veel meer dingen te verzinnen om een varaan bezig te houden of te trainen zodat de dieren niet wegkwijnen van verveling in hun verblijf.

  • 7. Voeding


    Steppevaranen zijn carnivoor.
    Het voornaamste aandeel van de voeding in het wild bestaat uit insecten, andere geleedpotigen en reuzenslakken (Achatina).
    Verder bestaat het dieet uit andere reptielen, amfibieën, zoogdieren, vogels en hun eieren.
    Het voedingspatroon van steppevaranen in het wild is seizoensgebonden, de dieren kunnen in het natte seizoen van April tot Oktober ontzettend veel eten om daarna in het droge seizoen te teren op hun vetreserves.

    De voeding kan het beste bestaan uit insecten en geleedpotigen: krekels, sprinkhanen, kakkerlakken, moriowormen, andere insecten of insectenlarven en reuzenslakken

    Krekels zijn in verschillende maten te koop in terrariumspeciaalzaken, probeer krekels te voeren die ongeveer een-derde zo groot zijn als de bekbreedte van de hagedis.
    Krekels zijn ware ontsnappingskunstenaars en als ze eenmaal los in huis lopen zijn ze lastig te bestrijden, voer precies zoveel dat uw varaan ze allemaal opeet.
    Een overmaat aan krekels in het terrarium van uw hagedis kan op termijn leiden tot wat problemen.

    Sprinkhanen zijn over het algemeen in 2 verschillende maten te verkrijgen: klein en groot.
    Sprinkhanen zijn zeer geschikt om te voeren aan steppevaranen, deze dieren ontsnappen niet en knagen ook niet aan uw hagedis.

    Argentijnse boskakkerlakken of dubia’s en de nog grotere doodshoofdkakkerlakken zijn een zeer hoogwaardig voer om te geven aan uw hagedis. Deze dieren kunnen zelf ook heel gemakkelijk gevoerd worden met groente en fruit om op die manier nog voedzamer gemaakt te worden voor uw huisdier.
    Dubia’s en doodshoofdkakkerlakken zijn niet plaagvormend als ze ontsnappen (In tegenstelling tot sommige andere kakkerlaksoorten)

    Moriowormen worden ook graag gegeten door steppevaranen.
    Echter, deze dieren bezitten weinig voedingswaarde en kunnen dus niet als hoofdvoer gebruikt worden. Het eten van teveel moriowormen kan lijden tot vetzucht en calcium tekorten bij uw steppevaraan, ook kunnen de dieren er soms obstipatie (darmverstopping) van krijgen.
    Let erop dat moriowormen gemeen kunnen bijten.

    Afrikaanse reuzenslakken vormen in het wild een groot deel van het dieet van volwassen steppevaranen.
    Deze slakken zijn zelf vrij makkelijk te kweken, of kunnen in grote hoeveelheden bij hobbykwekers van deze dieren gehaald worden.

    Steppevaranen zijn enorme opportunistische eters. Het is handig om insecten en slakken in te vriezen en te ontdooien voor het voeren. Op deze manier ontsnappen er geen voedseldieren in het verblijf.

    Rupsen en andere zachte larven zoals die van de wasmot, zijdevlinder, pijlstaartvlinder en rozenkever zijn een goede voeding voor varanen die net een periode slechter gegeten hebben of ziek zijn geweest. De rupsen zijn voedingsrijk en makkelijk verteerbaar.

    Naast een grote hoeveelheid verschillende insecten kunnen steppevaranen gevoerd worden met muizen, ratten, kuikens, vis, ei en stukken vlees van afgepaste grootte, zoals kippenhart of runderhart. Varanen zijn zeer goed in staat om hun prooidieren zelf te doden, maar alsnog is het aan te raden om ontdooide diepvries voeding te geven. Levende muizen en ratten kunnen uw varaan verwonden, en het voeren van een levend prooidier heeft voor de varaan absoluut geen meerwaarde.

    Vlees, knaagdieren en ei zijn erg rijk aan voedingsstoffen voor steppevaranen en de dieren mogen hier maar in beperkte mate mee gevoerd worden. Het beste is om zo veel mogelijk insecten en geleedpotigen te voeren om vervetting te voorkomen.
    Dieren met overtollig lichaamsvet krijgen hier gezondheidsproblemen van, zoals bijvoorbeeld het falen van lever, alvleesklier en nieren, met de dood van de varaan tot gevolg.
    Volwassen dieren hoeven niet vaker dan 2 a 3 keer per week gevoerd te worden, soms wellicht nog minder.


    Houd er rekening mee dat naarmate uw steppevaraan groeit, de voeding ook aangepast moet worden, u zult meer en grotere voedseldieren moeten gaan voeren.
    De voedseldieren die in de terrariumspeciaalzaken te koop zijn, zijn vaak wat eenzijdig gevoerd, en moeten dus altijd bepoederd worden met een vitamine en calcium supplement zoals bijvoorbeeld Zoo Med’s Reptivite of Miner-All.

    Reptielen en andere dieren hebben calcium en fosfor nodig voor de opbouw van botten en eieren. Calcium en fosfor krijgen de varanen in het wild via de voeding binnen.
    Om calcium te verwerken tot een bruikbare bouwstof voor botten en eierschalen is vitamine D3 nodig.
    Deze vitamine wordt aangemaakt in de huid onder invloed van UVB stralen. Daar zijn de speciale UVB lampen voor nodig die in het terrarium aangebracht worden.
    Het bijvoeren met een supplement met daarin extra vitamine D3 is af te raden omdat de dieren dit minder goed kunnen verwerken in hun lichaam via de voeding, en het een stuk gezonder en natuurlijker is om het via de lampen toe te dienen.

  • 8. Voortplanting

    Als u met uw steppevaranen wil gaan kweken kan dit uiteraard alleen als u dieren heeft van verschillende geslachten.
    Steppevaranen zijn na ongeveer 2 tot 4 jaar uitgegroeid en volwassen.
    Het onderscheiden van de geslachten is vaak nogal moeilijk bij varanen.
    De mannelijke steppevaraan kan zich bedienen van 2 geslachtsorganen, een links en een rechts. Deze geslachtsorganen heten hemipenis, als beide organen bedoeld worden spreekt men over hemipenes. De hemipenes liggen verborgen in de basis van de staart.
    Bij vrouwelijke steppevaranen zitten in de staartbasis ook 2 lange uitstulpbare organen. Bij de volwassen mannelijke dieren is de staartbasis over het algemeen opvallend dikker.
    Volwassen mannelijke steppevaranen hebben op de zolen van de achterpoten vaak een eeltknobbel zitten die bij vrouwtjes en jonge dieren ontbreekt.
    Gezonde volwassen mannetjes zijn over het algemeen langer en zwaarder van bouw dan vrouwtjes. De kop van de vrouwelijke dieren is vaak wat korter en afgerond.
    Vrouwelijke dieren zijn over het algemeen iets schuwer en teruggetrokken qua gedrag.

    In het wild paren steppevaranen in het regenseizoen, vooral in Juli en Augustus. In gevangenschap kan het moment van paren variëren en vind het meestal plaats tijdens onze meteorologische lente.
    Mannelijke dieren kunnen in de paartijd hun territorium erg agressief verdedigen.
    Als een man toenadering zoekt tot een vrouwtje zal hij haar enige tijd volgen en haar in de poten en de hals porren, bijten en krabben om zijn bedoelingen duidelijk te maken.


    Als het vrouwtje ontvankelijk is zal ze de man toelaten en kan een paring plaats vinden.
    Het mannetje kan het vrouwtje tijdens de paring in bedwang houden door haar in de nek te bijten, dit resulteert vaak in kleine wondjes en littekens. Zolang de wondjes niet geïnfecteerd raken hoeft u daar niets aan te doen.
    Het paren duurt over het algemeen enkele minuten tot uren bij varanen, en over het algemeen zal de man na de paring vrij snel de vrouw weer negeren of verjagen uit zijn territorium.

    Om een calciumgebrek te voorkomen moet het vrouwtje na de paring goed gevoed worden en ruim voorzien worden van calcium, in combinatie met de juiste UVB lampen.
    Het ontwikkelen van de eieren kan enorm uitputtend zijn voor een vrouwelijk dier. .

    Houd er rekening mee dat er een legbak of andere mogelijkheid voor het afzetten van de eitjes in het terrarium aanwezig is zodra de dieren gepaard hebben. Als het drachtige vrouwtje niet de mogelijkheid heeft om haar eieren kwijt te kunnen kan dat resulteren in ernstige gezondheidsproblemen.
    volwassen rouwelijke steppevaranen die niet verpaard zijn kunnen onbevruchte legsels produceren, ook zij hebben altijd nestgelegenheid nodig.


    Ongeveer 4 tot 6 weken na de paring, in het wild grofweg van september tot oktober, zal het vrouwtje een legsel van 10 tot soms wel 50 eitjes produceren.
    Het vrouwtje graaft op een geschikte plaats een leghol van soms wel meer dan een meter lang en 30 tot 50 centimeter diep waar zij haar eitjes in deponeert.
    Na het leggen van de eitjes dekt zij ze weer toe met aarde en besteed er verder geen aandacht meer aan. In het terrarium moeten de eitjes verwijderd worden, want de kans bestaat dat de kersverse moeder de eitjes weer opgraaft en opeet.

    Als de eitjes gelegd zijn moeten ze overgebracht worden naar een broedstoof.
    Graaf de eieren voorzichtig uit en draai de eieren niet.
    Reptieleneieren bezitten geen hagelsnoeren die de dooier recht houden, en draaien van het ei kan resulteren in de dood van het embryo.
    De eieren moeten in een bakje met vochtig vermiculiet (verkrijgbaar bij de terrariumspeciaalzaak) half ingegraven worden.
    Dit bakje word in de broedstoof gezet op een temperatuur van ongeveer 28 tot 30 graden Celsius.
    Bij deze temperatuur komen de eitjes na 5 tot 6 maanden uit. In het wild is dit medio Maart.

    De jonge varanen zijn bij hun geboorte ongeveer 7 Centimeter groot en kunnen het beste gehouden worden in groepjes van 3 of 4 diertjes per terrarium.
    De terraria moeten in het begin vrij kaal gehouden worden: een ondiepe waterbak en enkele grote platte stenen. Verstopplekken zijn uiteraard wel nodig, de dieren verschuilen zich graag tussen kunstplanten.
    Gebruik een dun laagje bodemmateriaal, of neem keukenpapier als bodembedekking.
    Dit is makkelijk schoon te houden en de voedseldieren kunnen zich dan minder goed verstoppen voor de kleine varaantjes.

    Voer de jonge dieren zoveel als ze opkunnen, ongeveer 2 keer per dag. Let erop dat er niet te veel krekels of andere voedseldieren los blijven lopen in het terrarium.
    Bepoeder de voedseldieren elke voederbeurt met vitamines en mineralen. Uiteraard mag ook de bron van UVB verlichting niet ontbreken in het terrarium van de jonge dieren. De diertjes groeien snel en hebben een hoge behoefte aan calcium en UVB verlichting.
    Sproei de jonge varaantjes ook iedere dag, zorg ervoor dat ieder diertje een beetje drinkt.
    Wees erop bedacht dat ieder dier aan zijn trekken komt.
    Als een varaan niet aan eten toekomt kan deze het beste apart geplaatst worden zodat hij niet om voedsel hoeft te concurreren met sterkere nestgenoten.
    Na een maand of 2 kunnen de jonge steppevaranen naar hun nieuwe eigenaar.

  • 9. Ziektes

    Uiteraard kunnen steppevaranen ook ziek worden, net als ieder ander dier.

    Aanwijzingen voor mogelijke ziekten kunnen zijn:

    Lusteloos gedrag, slechte eetlust en weinig bewegen (bij een normaliter actief dier).

    Moeilijk ademen, met de bek open ademhalen, overmatig slijm in de bek of bij de neusgaten. Dit kan wijzen op luchtweginfecties.

    Braken of regurgiteren (opgeven) van voedsel.

    Afwijkende ontlasting, diarree, abnormaal ruikende ontlasting, of helemaal geen ontlasting.
    Deze symptomen kunnen wijzen op een besmetting met darmparasieten of een bacteriële infectie.

    Kleine rode of zwarte spinachtige beestjes die over uw hagedis lopen. Dit zijn mijten, deze diertjes voeden zich met het bloed van uw hagedis en deze moeten zo snel mogelijk bestreden worden.

    Vlekken op de huid, die kunnen wijzen op brandwonden, schimmel of bacteriële infecties.


    Steppevaranen zijn, zoals eerder gemeld, nogal gevoelig voor vervetting.
    Verkeerde voeding kan leiden tot opstapeling van vet in het lichaam.
    Deze opstapeling van overtollig vet veroorzaakt onder andere vruchtbaarheidsproblemen. Daarnaast zorgen vetafzettingen op de inwendige organen, zoals de lever, alvleesklier en het hart er voor dat deze aangetaste organen na verloop van tijd niet meer functioneren.
    Vervetting bij varanen is een ernstig gezondheidsprobleem waar rekening mee gehouden dient te worden bij het aanbieden van de voeding.


    Ziektes kunnen zich ook op andere manieren manifesteren. Vertoont het dier ander gedrag dan wat hierboven beschreven is, laat het ons even weten, wij kunnen misschien verder helpen, en eventueel doorverwijzen naar een dierenarts.